Als je in Arnhem of Nijmegen rondloopt, valt het steeds meer op: je hoort de Duitse taal. “Das sieht total cool aus!”, klinkt het naast je in de paskamer. Bij de kassa haalt de winkelier opgelucht adem als je contant betaalt: ‘Weer wat wisselgeld voor Duitse gasten die met briefjes van vijftig afrekenen!’ Naast winkelen en het bezoeken van toeristische trekpleisters pakken de Duitse toeristen ook graag een terrasje. En ze houden hierbij niet de hand op de knip zoals Nederlanders vaak doen. Hoe spelen café- en restauranthouders hierop in?
Dat Duitse toeristen graag hun vakantie doorbrengen aan de Nederlandse kust weten horecaondernemers uit Noord- en Zuid-Holland maar al te goed. Maar de laatste jaren weten onze oosterburen de oostelijke provincies steeds beter te waarderen. Voornamelijk de Hanzesteden, de Veluwe en de regio Arnhem-Nijmegen zijn in trek. De cijfers liegen er niet om: volgens VisitVeluwe is het aantal Duitse gasten tussen 2016 en 2019 verdubbeld en verbleven Duitse toeristen in 2023 samen ruim een miljoen nachten in Gelderland. Dit is een stijging van 281 procent ten opzichte van 2021. De toename van Duitse toeristen komt niet uit de lucht vallen. De regionale toeristenbureaus van Gelderland en Overijssel trekken samen op onder de naam “Das andere Holland”. Met behulp van sociale mediacampagnes, een magazine en advertenties in de lokale kranten van Nordheim-Westfalen en Nedersaksen nodigen ze de Duitsers uit om hun vakantie vlak over de grens door te brengen.
Duitse toeristen, Duitse menukaart?
Ongetwijfeld doen Duitse toeristen dan ook de horeca aan, bevestigt Lieke van der Bruggen, marketeer voor de Duitse markt bij VisitVeluwe. Hoewel café- en restauranthouders hier wel op inspelen, blijft de Nederlandse bezoeker volgens Van der Bruggen hun voornaamste focus. Horecaondernemers richten zich daarnaast vaker op Vlamingen, aangezien zij meer interesse hebben in het culinaire thema. Bij restaurant Ultimo in Nijmegen hebben ze hun menukaart in het Engels vertaald, maar niet in het Duits. Op de vraag of er in de toekomst nog een Duitse vertaling komt, is het antwoord ‘nee’: daarvoor ontvangen ze te weinig Duitse gasten.
Maar er zijn ook zeker horecaondernemers die er wel voor kiezen hun menu te vertalen. Neem Paul Mahieu, eigenaar van het pannenkoekenrestaurant Den Strooper op de Veluwe. Het viel hem op dat er met name in de zomer veel Duitse toeristen kwamen. Hij besloot hierop in te spelen. ‘Op een gegeven moment hadden we zoiets van: we krijgen zoveel Duitse toeristen over de vloer, laten we ze een menukaart in eigen taal bieden.’
Gertrude van Keulen, marketingadviseur bij MarketingOost, adviseert ondernemers om Duitse gasten echt in hun eigen taal aan te spreken. ‘Duitsers zijn punctueel, hechten waarde aan goede informatie en dat alles goed geregeld is. Duidelijke informatievoorziening, toegespitst op Duitse gasten, is echt aan te raden.’ Dit bevestigt Beatrice Schenk, vertaalster Nederlands-Duits en zelf een Duitse. ‘Duitse toeristen vinden het belangrijk om te weten wat ze eten. Veel cafés en restaurants gebruiken daarnaast chique of grappige namen voor hun gerechten. Het is dan leuk als de Duitse gasten dit ook begrijpen.’
Waarom geen Engels?
Aan de andere kant: de Duitse toerist van vandaag is niet dezelfde als de Duitse toerist van vroeger. ‘De oudere generatie Duitsers die hier dertig jaar geleden kwam, was wat arroganter. Die hadden zoiets van: jullie praten maar Duits’, aldus Mahieu. Vandaag de dag is dat heel anders. ‘De generatie van nu doet zijn best om Engels of zelfs Nederlands te praten.’ Als je als café- of restauranthouder overweegt om je menu te vertalen, is het dus belangrijk om naar je doelgroep te kijken. ‘Wij zijn een bedrijf waar veel gezinnen komen. Het is voor kinderen leuk om het menu in de eigen taal te zien. Als je een duur à la carte restaurant hebt, krijg je een ander publiek. Daar hoef je misschien niet persé je kaart te vertalen.’ Dit bevestigen ze bij het à la carte restaurant De Portier uit Nijmegen. ‘Wij hebben geen menukaart, maar serveren een verrassingsmenu. Onze Duitse gasten spreken eigenlijk ook altijd Engels.’
Toch heeft een Duitse menukaart volgens Mahieu nog een groot voordeel: het maakt het voor zijn personeel een stuk makkelijker. ‘Als het heel erg druk is, verlicht je je personeel. Als de gasten het zelf lezen en begrijpen, kunnen ze zelf bestellen. Begrijpen ze het niet, dan ben je er hartstikke druk mee om het allemaal uit te leggen.’ En dan moet je personeel hebben dat zodanig Duits kan spreken, dat ze het direct kunnen vertalen. ‘Mijn Duits is best wel goed, maar dat geldt niet voor iedereen. Dingen op de menukaart zoals uien, gember: dan wordt het lastiger. De meesten van onze ploeg kunnen met Engels goed uit de voeten, maar met Frans en Duits niet.’
Zelf vertalen
Een andere drempel voor café- en restauranthouders zijn de kosten van een vertaling. Zeker als je een wisselend menu hebt, kunnen die oplopen. De hoge kosten komen volgens vertaalster Beatrice Schenk doordat een menuvertaling veel tijd kost. ‘Er zijn dingen die gewoon niet te vertalen zijn, zoals het woord borrel. Ook vleesgerechten zijn lastig te vertalen. In Duitsland worden er andere producten gebruikt. Je moet echt heel veel uitzoeken: wat is het, hoe wordt dat in Duitsland genoemd? Soms gaat het snel, maar vaak duurt het wat langer. Net als met vleesgerechten’, grapt ze.
Ze snapt dat de vertaaltarieven een drempel kunnen zijn. Of je dan je vertaling zelf kunt doen, hangt volgens Schenk af van wat voor menu je hebt. ‘Als je een menu hebt waarop alles heel rechttoe rechtaan is, kun je het zelf doen. Maar als je leuke namen of omschrijvingen hebt, is het beter om een vertaalbureau in te schakelen.’ Paul Mahieu koos ervoor om zelf zijn menu te vertalen. ‘Mijn Duits is redelijk goed, en wat betreft ingrediënten kom je met Google Translate ook ver. Zinnetjes als “Heerlijk, probeer dit!” zijn natuurlijk wel lastiger. Maar al met al zijn we er goed uitgekomen. En we vinden het niet erg als er hier en daar een foutje in zit. Onze Duitse gasten waarderen het dat we de moeite hebben gedaan.’
Anna Kranenburg –